Over Doopsgezinden
Over Doopsgezinden
De christelijke traditie kent vele gezichten en dus vele kerken, ieder met een eigen interpretatie van christelijke geloven. De doopsgezinden vormen in Nederland een christelijke geloofsgemeenschap, beter bekend als Doopsgezinde Broederschap. We zijn een eigentijdse en open groepering, zonder hiërarchische structuren, waar mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn. Wereldwijd zijn er 1,4 miljoen doopsgezinden, die dan meestal mennonieten heten naar Menno Simons. De doopsgezinde broederschappen van over de hele wereld zijn verenigd in de Mennonite World Conference.
Als kerkgenootschap bestaan doopsgezinden al bijna 500 jaar. In de tijd van de reformatie zochten de ‘dopersen’ een radicale verandering van de toenmalige kerk. Deze beweging van ‘wederdopers’ of ‘dopers’, waaruit de doopsgezinden voortkomen, begon in omstreeks 1525 in o.a. het Zwitserse Zurich. Zij begonnen zelf de bijbel te lezen, toen nog voornamelijk voorbehouden aan priesters en geestelijken. Nieuwe inzichten op basis van de opgedane kennis van de bijbel deed de dopersen besluiten dat iemand zelf voor het geloof moet kunnen kiezen. Dat vormt de grond dat zij de kinderdoop afwijzen. Ook kwam de nadruk te liggen op de plaatselijke gemeente. Door katholieken én hervormers werden zij verketterd als ‘anabaptisten’ of ‘wederdopers’, waarmee de vervolging begon. Vanuit Zwitserland verspreidde het zich naar noordelijke streken in Nederland en Duitsland. De grondlegger van de doperse beweging in ons land is Menno Simons (1496-1561)
Hoewel ook Menno voortdurend op de vlucht was, slaagde hij erin het gemeenteleven te organiseren. Hij is dan ook de eerste en de enige (radicale) hervormer van Nederlandse bodem. Door zijn reizen, zijn talrijke geschriften en zijn leiderschap heeft Menno Simons inhoud en vorm gegeven aan een geloofsgemeenschap, die door vervolging, emigratie en zending in de volgende eeuwen over de hele wereld is uitgezwermd. De 120 doopsgezinde gemeenten in Nederland vormen samen een ‘broederschap’.
Nadat het calvinisme rond 1550 als nieuwe concurrent opkwam en omstreeks 1578 de vervolging zou ophouden, raakten de min of meer getolereerde dopers zeer verdeeld. In de gouden eeuw liet het meest vooruitstrevende deel, de doopsgezinden, de afzondering van de wereld varen, terwijl een steeds kleiner deel, zich bij voorkeur mennoniet noemend, vasthield aan de oude leer en tradities. In de achttiende eeuw werden veel doopsgezinden voorvechters van de verlichting met haar ideaal van algemene tolerantie en politieke vrijheid, wat echter een sterk ledenverlies tot gevolg had. In 1811 werd de Algemene Doopsgezinde Sociëteit opgericht. Doopsgezind Nederland ontwikkelde zich verder tot een niet-dogmatische richting met veel aandacht voor praktisch christendom. De Gemeentedagbeweging aan het begin van de twintigste eeuw zorgde voor een verdieping van het geloofsleven en herijking van teloorgegane principes; hieruit zouden ook de broederschapshuizen voortkomen. Zo zijn met vallen en opstaan, dankzij een sterk individueel bepaald geloof dat in gemeenschap beleefd wordt, de belangrijkste geloofskenmerken steeds overeind gebleven. Deze ontwikkeling heeft de Nederlandse doopsgezinden ‘anders’, vrijzinniger gemaakt dan hun geloofsgenoten elders in de wereldbroederschap. Eind 19e eeuw stelden de doopsgezinden als een van de eerste kerkgenootschappen in Nederland haar predikantenopleiding open voor vrouwen. Anna Zernike en werd in 1911 als predikante beroepen in de Friese plaats Bovenknijpe (nu De Knijpe, gemeente Heerenveen).
Onderling kan de geloofsbeleving van die wereldwijde doopsgezinde ‘familie’ flink uiteenlopen. Maar de traditionele, principiële kenmerken zijn steeds aanwezig. Op grond van bijbelse opvattingen zijn doopsgezinden in het algemeen tegen elke vorm van geweld. Veel jongens hebben in het verleden op grond van deze levenshouding de militaire dienstplicht geweigerd. Nog steeds geldt dat als een eigentijdse wijze van geloven voor de doopsgezinden. Vooral het hulp-, vredes- en verzoeningswerk van de Noord-Amerikaanse doopsgezinden heeft ertoe bijgedragen dat er wereldwijd inmiddels bijna anderhalf miljoen doopsgezinden zijn, voornamelijk in landen ten zuiden van de evenaar. Zo vind je wereldwijd Mennonieten of Mennonites, Old Order Mennonites of Mennonitas, Mesereto Christos of Brethren in Christ, om maar een paar te noemen. Allen gaan terug op de geloofsprincipes van de doperse beweging die in de XVIe eeuw ontstond.